En vereenvoudigde methode voor HET ROUTINEMATIG MONITOREN VAN RESULTATEN na gehandlingen voor ongewenst drugsgebruik

16 september 2013

Richard D. Lennox
Chestnut Health Systems
2404 Western Park Lane, Hillsborough, NC 27278, VS

Marie A. Sternquist
Onafhankelijk Research Consulent
14650 Wildien Drive, Anchorage, AK 99516, VS

Alfonso Paredes
Emeritus hoogleraar psychiatrie
University of California, Los Angeles

Peer review en publicatie door Libertas Academica

MANAGEMENT SAMENVATTING

Het routinematig bijeenbrengen van resultaten van behandelingen voor ongewenst drugsgebruik ten behoeve van kwaliteitsmanagement in de zorg, verbetering van patiënttevredenheid en de middelentoekenning voor behandeling, lijdt dit moment aan twee essentiële tekortkomingen, te weten, (1) problemen met het lokaliseren van cliënten als zij de behandeling eenmaal hebben verlaten, en (2) de prohibitieve kosten van het verkrijgen van betekenisvolle en betrouwbare post-behandelingsgegevens. Een telefonisch onderzoek waarbij in de kern 18 vragen werden gemeten, vormde de basis van de voorliggende studie naar enkele nauwkeurig gedefinieerde methoden voor een laagbudgettair systeem voor het Routinematig Monitoren van Uitslagen (Engels: ROM) waarbij gebruik wordt gemaakt van personeel. Het systeem werd geschikt geacht voor psychometrische doeleinden bij het drugsgerelateerde inhouse rehabilitatieprogramma rond verbetering van gedrag en sociale vaardigheden zoals dat door Narconon in Oklahoma is geïmplementeerd, omdat het zowel aggregatierapporten als klinisch bruikbare informatie zou verschaffen.

De studie analyseerde de procedure die de Narconon-instelling in Oklahoma (“Narconon”) had ontwikkeld en geïmplementeerd om de lange-termijn resultaten te monitoren zoals behaald door personen die haar drugs- en alcoholrehabilitatieprogramma hadden doorlopen. Dit researchpaper beschrijft de precieze methoden voor een laagbudgettair systeem voor het Routinematig Monitoren van Uitslagen (ROM) waarbij gebruik wordt gemaakt van personeel en een telefonisch onderzoek waarbij in de kern 18 vragen werden gemeten, zoals in het Narconon-programma voorkomen. Ook beschrijft dit researchpaper de resultaten van de uitkomsten van het monitorproces.

De doelstellingen van het routinematig monitoren van uitkomsten liggen voor de hand, namelijk (1) om er zeker van te zijn dat de effectiviteit, consistentie en kosteneffectiviteit van de behandeling reproduceerbaar is; (2) om de kwaliteit van de behandeling als geheel te verbeteren; en (3) om de accountability van zorgverleners te verzekeren vis-à-vis zorgfinanciers door de resultaten te monitoren en de kwaliteit van behandeling te handhaven.

Het systematisch volgen van cliënten nadat zij een volledige interventie hebben doorlopen terwijl zij onder minimale supervisie actief zijn binnen een gezin, organisatie of gemeenschap, is een van de meest overtuigende methoden om de effectiviteit van gedragsgerichte gezondheidsprogramma’s binnen de realiteit van de dagelijkse praktijk aan te tonen. Hoewel het streven is om betekenisvolle post-ontslag-gegevens te verzamelen, bevinden zich de meeste inspanningen om performance te monitoren nog in diverse stadia van ontwikkeling. Gegevensverzameling wordt begrensd door onder meer: (1) de moeilijke traceerbaarheid van cliënten als zij eenmaal de behandelomgeving hebben verlaten; (2) het gebruik van medewerkers uit de behandeling om follow-up-gegevens te verzamelen terwijl hun voornaamste taak bestaat uit dienstverlening in relatie tot chemische afhankelijkheid; en (3) het werken met persoonlijke interviews en andere tijdrovende protocollen die duur zijn, aanzienlijke staftraining vragen en bovendien kunnen resulteren in toenemende irrelevantie van gegevens (“data drift”) tot aan het verlies van gegevens toe als gevolg van de complexiteit van de follow-up.

Narconon heeft een gestroomlijnd, telefonisch proces ontwikkeld voor het routinematig monitoren van resultaten. Dit wordt uitgevoerd binnen de context van een continue aanwezige zorgfaciliteit. Door gebruik te maken van een kort resultatenonderzoek blijft het voldoende eenvoudig om te passen in de routines van de medewerkers en van een niet al te grote faciliteit. Het heeft ook het voordeel dat dit kan worden geïmplementeerd door personen die niet in onderzoeksmethoden zijn geschoold. De procedure stelt het programma in staat snel feedback te verkrijgen en op die manier cliënten te lokaliseren en met hen te werken als zij in moeilijkheden zijn gekomen nadat zij het programma hebben verlaten, terwijl deze procedure tegelijkertijd in staat is gegevens te verzamelen, hetgeen bruikbaar is voor het monitoren van de algehele effectiviteit van het rehabilitatieprogramma. Bovendien stelt het managers in staat aanpassingen uit te voeren die mogelijkerwijs nodig zijn om de effectiviteit van het programma te vergroten.

Het doel van deze studie was te evalueren in welke mate een post-behandelingssysteem voor Routinematig Monitoren van Uitkomsten (ROM) effectief zou zijn als instrument om resultaten van drugsrehabilitatiediensten te meten en te verbeteren. Om dit te bereiken hebben Narconon International en Psychometric Technologies Incorporated een wetenschappelijk gefundeerde methodologie ontwikkeld om bruikbare monitoring-gegevens te verkrijgen en hebben zij dit geïmplementeerd in samenhang met systemen die al bij Narconon in gebruik waren voor de intake, het case-management en de follow-up. Aanvankelijk werd een lijst van 10 vragen gebruikt maar deze werd in de loop van deze studie uitgebreid op advies van de medewerkers die betrokken waren bij de nazorg en het case-management. Uiteindelijk werd een definitieve vragenlijst samengesteld die zes items bevatte gericht op het zelf rapporteren van drugs- en alcoholgebruik gedurende de afgelopen 30 dagen, twee items gericht op algemeen drugsgebruik na de behandeling verlaten te hebben, vijf items gericht op problemen in de afgelopen 30 dagen met betrekking tot de kwaliteit van het leven, en diverse andere vragen die konden worden gebruikt om het succes van een persoon vast te stellen bij zijn of haar reïntegratie in de samenleving.

Ten behoeve van de ontwikkeling en evaluatie van dit instrument en de ROM-methodologie werd dit project beperkt tot die personen die het volledige Narconon-programma hadden doorlopen (“geslaagden” geheten). De medewerkers van Narconon stelden een lijst samen van personen die het programma hadden afgemaakt in de periode 2004 tot en met 2007.

Nazorgspecialisten hielden vervolgens telefonisch het ROM-onderzoek. In eerste instantie werd naast het telefonisch onderzoek bij geslaagden ook onderzoek gedaan bij naaste familieleden van de geslaagden om vast te kunnen stellen of de gegevens van de geslaagden wel betrouwbaar waren. Na de vaststelling van een hoge statistische correlatie tussen de gegevens van geslaagden en die van hun naasten, werden laatstgenoemden pas onderzocht als er na drie pogingen nog steeds geen direct contact was gelegd met de geslaagden. De aldus verkregen gegevens werden geanonimiseerd in overeenstemming met de landelijke wetgeving en de locale regelgeving ten aanzien van vertrouwelijkheid van gegevens, waarna ze voor nadere analyse werden overhandigd aan Psychometrics Technologies Incorporated.

419 subjecten zijn naar hun gemeenschap teruggekeerd. Van 323 ofwel 77,1% hiervan zijn gegevens verkregen. Het eerste steekproefpunt had een te lage follow-up om bruikbaar te zijn. Na bestudering van de succesvolle acties van andere onderzoekers op dit gebied1 zijn de volgende verbeteringen aangebracht: (1) Medewerkers werden getraind om een eenvoudig intake-formulier te gebruiken om de contactgegevens van meerdere telefoonnummers en emailcontacten van de cliënt te verzamelen naast meerdere secondaire telefoonnummers en contactgegevens; (2) Op het moment dat cliënt de instelling verliet, werden alle contactgegevens geverifieerd en actueel gemaakt en, (3) Een checklist op papier werd geïmplementeerd om iedere stap van het follow-up proces te kunnen organiseren. Als gevolg van deze verbeteringen steeg het aantal geslaagde post-behandelingscontacten structureel tot boven 80 procent.

De gegevens van geslaagden en verwanten (secondaire bronnen) werden aan een statistische analyse onderworpen en bleken zeer consistent te zijn. Hieruit werd de mate van betrouwbaarheid van meetwaarden uit de zelfrapportage vastgesteld die in de ROM-benadering werden gebruikt. 72,1% van alle aldus als bruikbaar aangemerkte gegevens was afkomstig uit zelfrapportage van geslaagden.

De gegevens werden geanalyseerd om vast te stellen in welke mate drugsproblemen zich weer voordeden onder de geslaagden van een Narconon-programma. Ondervraging van geslaagden (of van de secondaire contacten) naar drugsgebruik gedurende de 30 dagen voorafgaand aan het onderzoeksinterview leverde de volgende resultaten op: